Basilicum

is natuurlijk ook fantastisch lekker…

Klik om te vergroten, click to enlarge

– Zuringuil – Acronicta rumicis – Knot grass – Ampfer-Rindeneule – Noctuelle de la Patience – Syraftonfly – Syrekveldfly – Bidog y tafol – 🦋

Rups – Caterpillar – Raupe – Chenille – Oruga – Bruco – Gąsienica – Fjärilslarv – Halene – Tırtıl – Maşot – Oobit – Hulat – Eruga – Housenka – Cruimh

☘️

_

Een bonte haardos

In 6 foto’s.
Bij deze snikhete dagen is het maar het beste om verkoeling te zoeken onder het gebladerte met wat fruit in bereik. Misschien houdt een flinke haardos ook wel heel koel. Het is een kleurrijke boel in de achtertuin en erg bont maakt dit diertje het niet op de rabarber en de frambozen.

Je kijkt naar de rups van de witvlakvlinder, Orgyia antiqua, uit de familie spinneruilen. De witvlakvlinder is een algemeen voorkomende nachtvlinder die ook dagactief is. Overdag vliegen de mannetjes in zigzagvlucht op zoek naar de vrouwtjes, die overigens ongevleugeld zijn. De vrouwtjes zijn lichtgrijs, hebben een gezwollen lijf, een beetje zakvormig, met slechts vleugelstompjes. Daar kan ze niet mee vliegen. Zij dient alleen voor de voortplanting.
Dit is een link naar de fotogalerij van de vlinderstichting. Je zit daar onder andere een foto van een ongevleugeld vrouwtje die na de paring haar eitjes aan de buitenkant van haar eigen cocon legt. Het vrouwtje zal daar haar hele korte leven blijven.
De mannetjes hebben een harig lijf, roodbruine vleugels met een witte halvemaanvormige stip, ze hebben sterk geveerde antennen. De volwassen vlinders leven niet lang omdat ze zich niet meer voeden.


 

De rupsen zijn spectaculair zoals je op de foto’s kunt zien. De haren kunnen irritatie van de huid veroorzaken als je ze zou oppakken. Ze zijn niet kieskeurig in voedsel, ze leven op veel bomen en struiken, zoals wilgen, prunus soorten, meidoorns, bramen en frambozen.
Vrouwelijke rupsen eten een dag of tien langer en worden met een maximale lengte van 35 mm aanzienlijk groter. De mannetjes rupsen worden niet langer dan zo’n 25 mm. De vrouwelijke en mannelijke poppen zijn ook al verschillend in grootte. De volgroeide rupsen spinnen een losse cocon, vaak tussen bladeren of op een takje, waarin zij hun lichaamsharen verwerken. Binnenin de cocon verpoppen ze.

Er zijn twee overlappende generaties, de eerste vlinders komen in juni, de tweede in september.
Harige rupsen worden meestal niet door vogels gegeten met uitzondering van de koekoek, die is gespecialiseerd in harige rupsen. Vijanden van de rupsen zijn o.a. loopkevers (Carabidae), parasitaire wespen zoals schildwespen, maar ook sluipvliegen, waarvan de larven zich in het lichaam van de rups ontwikkelen. De rupsen zijn als ze jonger zijn feller gekleurd dan meer volgroeide rupsen. Bijzonder hierbij is dat meer gekleurde rupsen moeilijker voor vogels op te sporen zijn. Maar wat is het nut dan als ze groter worden en dus minder gekleurd, vraag ik mij af? Dan moeten ze zich haasten om een cocon te bouwen.

Bron:

  • De Vlinderstichting
  • Dier en natuur info.nu
  • ☘️

    _

    Het groot buxusmot blog

    Een uitgebreide serie met informatie en (22) foto’s over de buxusmot. Van rups tot pop tot mot. Ik heb de mot en de rupsen al vaker gefotografeerd, maar nu leek het mij leuk om alles, met nieuwe foto’s, in de verschillende stadia bij elkaar te zetten. Ik heb de foto’s opgedeeld in meerdere galerijen. Zo kun je de foto’s ook groter aanklikken. De bijschriften heb ik ook in de titels van de foto’s verwerkt. Fijn als je alles wilt bekijken, maar bekijk dit blog alleen als je er de tijd voor wilt nemen want er zit heel veel werk in. Dank je wel.

    Dit is hem dan, de buxusmot met zijn transparante vleugels; bijna parelmoer. Een prachtige vlinder. Hij komt uit de familie grasmotten.


    Jaja, die buxusmot. Van een zeldzame soort naar een inmiddels beruchte vlinder en een welbekende schrik voor de buxusliefhebber omdat de buxusmot voor zover bekend vrijwel alleen de buxussoorten als voedselplant heeft. Je hoeft er vooralsnog niet bang voor te zijn dat er andere planten aangaan. Tussen mei en september kunnen twee tot drie generaties elkaar opvolgen en dat is precies het probleem voor de buxus. De plant is een langzame groeier en de tijd is te kort om de buxus weer te laten herstellen. Bij grote hoeveelheden rupsen wordt de buxus volledig kaalgevreten en kun je je buxus als verloren beschouwen.

    De vlinders kunnen zich tot 10 kilometer verspreiden.
    Het popstadium duurt ongeveer 14 dagen; de vlinders leven ongeveer 8 dagen. De buxusmot met de prachtige naam Glyphodes perspectalis, syn. Diaphania perspectalis, is een exotische grasmot en komt oorspronkelijk uit Azië. De vlinder is redelijk groot met een spanwijdte van zo’n 4 cm. De vleugels hebben een halfdoorschijnende witte kleur met een bruine rand. Er is ook een geheel bruine, zeldzame variant.

    Ziet je buxus er in het begin een beetje bruinig uit en vallen je wat ingesponnen blaadjes op, dan schuilt er een buxusmotrups tussen. Let goed op, want er is een schimmel die ook schade aan je plant(en) kan toebrengen. De eerste rupsenschade is niet echt opvallend; de vraatsporen van de jonge rupsen worden zichtbaar door mineergangen en blaasmijnen omdat ze het bladmoes aan de onderkant wegschrapen. Wat later is het zeer duidelijk: het blad is bladskelet geworden, dor en bruin gekleurd, er zijn kale takjes en de plant is vergeven van vraatschade en aan elkaar gesponnen blad.
    Je kunt de rupsen ook met de hand verwijderen, maar dat is met veel buxus een onbegonnen zaak. Dus de beste oplossing, mijn oplossing, is de buxus afknippen tot de grond of geheel verwijderen. En ja, ik weet dat ik nu tegen gevoelige schenen trap, dan loop je wel een prachtige vlinder mis.
    Maar ik wil het niet over bestrijding hebben, dit is een natuurfotoblog, ik tuinier ecologisch, en op het internet zul je vast wel iets vinden over biologisch bestrijden; die helaas ook andere inheemse en onschadelijke rupsen doodt. Denk daar alsjeblieft ook aan als de natuur je lief is.


    De groene rupsen. Ze vallen nog niet echt op als de buxus nog groen is. Voor de foto’s heb ik de takjes vrij gemaakt.


    Spinsel en uitwerpselen van de rups. Het wordt meer en meer zichtbaar hoeveel ze eten.

    De buxusmot zette platte eispiegels af op het blad en de opgroeiende rups vreet zich een zeer hongerige weg door de buxus. Bij slecht weer en tegen de avond spinnen ze zich in tussen het blad. In oktober gaan de rupsen in winterrust tussen een bladgesponnen cocon, maar in het vroege voorjaar als de temperatuur boven de 10 graden komt, worden ze weer actief.
    Het popstadium duurt ongeveer 14 dagen; de vlinders leven ongeveer 8 dagen. De rupsen worden zo’n 4 cm groot. Ze zijn buxusgroen met een zwarte kop, het lijf heeft zwarte stippen en lichte en zwarte lengtestrepen, met lange lichte haren. Later verkleurt de rups naar bruin met crèmekleurige strepen.
    De schutkleuren van de poppen zijn moeilijk te zien omdat je struik al flink beschadigd is. De pop is bleekgroen en verkleurt later naar bruin. In het laatste stadium is de adult heel goed te zien in de pop. De poppen komen in de avondschemering uit: dat is tenminste mijn ervaring. Of het altijd zo is, weet ik niet.

    Van rups naar pop. De bruine rups is van een later stadium. De rups gaat zich verpoppen.


    Je ziet hoe moeilijk het is om de poppen te zien. Ze hebben bijna dezelfde bleke kleur als de aangetaste buxus.


    De poppen veranderen van kleur en vorm. Ze doen me enigzins aan dolfijnen denken… En dan: het laatste stadium. De adult is al heel goed te zien in de pop.

    Nu zal het niet meer lang gaan duren.

     

    Er zijn twee poppen. In twee verschillende stadia. En bij een ben ik net te laat. Ik zie het als ik even buiten ga kijken. Maar de buxutmot hangt nog aan de pop.


    Nieuwe ronde, nieuwe kans. Zou het lukken om de vlinder uit de pop te zien komen?
    En op 4 september is het zover. Het is een uur of zes in de avond en ik zie dat de pop helemaal klaar is. Het is regenachtig en voor de zekerheid zet ik het buxustakje met de pop naast mijn bord eten, haha, echt waar. Camera klaar. Extra lamp erbij. En wachten.
    Om 18.22 uur zie ik dat de pop breekt. Ik zet de lamp aan. Vol spanning kijken zoon en ik wat er gaat gebeuren…

    De vlinder werkt hard om uit de pop te komen. Alle begin is moeilijk.

    De buxusmot is bijna helemaal uit de pop en dan glijdt hij zo snel naar buiten dat hij bijna valt. Hij kruipt bliksemsnel naar de top.

    Het regent niet meer en ik heb de mot buiten gezet, waar hij hoort. Hij rust en droogt. Maar dan laat hij zich los en valt in mijn hand…

    Hier gaat hij rusten, tot hij klaar is om te vliegen en op zoek kan naar (jouw) verse buxus, tot wel 10 kilometer ver.

     
    ©Soli, 4 september 2017
     

    NB Deze fotoserie heb ik kunnen maken door takjes buxus te verzamelen en in een pot te zetten, zodat ik de ontwikkeling heb kunnen volgen.

     
     

     
     
     
     

    Klaverspanner (Chiasmia clathrata)

    Klaverspanner – Chiasmia clathrata – Latticed heath – Gitterspanner – Géomètre à barreaux – Rutig buskmätare – Witalnik naostrzak – Rutemåler     🦋

     

     
     
     
     
     
     
     
     

    Koperkleurige langsprietmot

    De koperkleurige langsprietmot, Nemophora cupriacella, is een nachtvlinder uit de familie van de langsprietmotten. In Nederland is deze microvlinder zeldzaam, maar ik heb hem dan ook niet in Nederland gevonden. Ik kwam deze tegen op de bloem van de Beemdkroon tijdens een wandeling in het dorpje Blankenheim dat aan de westrand van het Ahrgebirge in de Eifel ligt; 141 kilometer van mijn woonplaats  🦋

    Klik om te vergroten; click to enlarge…


     

    Uitvliegen en geduld hebben

    Of: Blij met een stippelmot. De kardinaalsmutsstippelmot. (7 foto’s in verschillende stadia met informatie. )
    Blomsterphoto Yponomeuta cagnagella Soli 07_2016
     

    Klik voor een grotere afbeelding

    Klik voor een grotere afbeelding

    De laatste kardinaalsmutsrupsen van de kardinaalsmutsstippelmot, Yponomeuta cagnagellus, zijn in juni hun sappige huis ontgroeid en ‘uitgevlogen’.
    Ze hebben zich vanaf het voorjaar, van mei tot juni, flink tegoed gedaan aan het blad van de kardinaalsmuts en leefden in nesten van gesponnen draden die een hele struik kunnen bedekken. Spookachtige kunst, zo’n ingepakte struik. Maar het viel me dit jaar heel erg mee. Genoeg struik over. En geen nood, de struik groeit wel weer bij, is ook mijn ervaring. Het spinselweb biedt een natuurlijke bescherming tegen vijanden, zoals vogels. Dat lukt nooit helemaal, maar ‘mijn’ rupsen zaten op een diepe, veilige plek. Toen was het tijd om te vertrekken. En het was boeiend om te zien hoe ze dat deden…

     De afdaling van de kardinaalsmutsrupsen

    De afdaling van de kardinaalsmutsrupsen

    Zijdepoppen kardinaalsmutsrups

    Zijdepoppen kardinaalsmutsrups

    Vanuit hun ingesponnen blad, waar ze met groepjes in leefden, sponnen ze een lange dikke draad naar de grond en daalden af.
    Af en toe waaide zo’n draad in mijn haren omdat ze er, met hun grote aantal, wel een paar dagen over deden om uit te trekken en ik dat heel even vergat als ik juist in dat deel van de tuin moest zijn. Maar de rupsen hielden zich stevig vast. Eenmaal beneden, sponnen ze zich laag bij de grond in een cocon, waar de verpopping zou plaatsvinden. Ik zag dat, toen ze op de grond beland waren, dat ze zich onderaan de stengel van de perzikklokjes insponnen.             Van pop naar vlinder duurt zo’n 10 à 20 dagen. In die periode neemt de pop geen voedsel tot zich. Alles lijkt in rust, maar binnenin worden de larvale organen afgebroken en weer opgebouwd tot de organen die de mot straks nodig heeft.
     

    Het spinsel van de poppen is nogal taai om wat bescherming tegen natuurlijke vijanden te hebben. Net zoals de rupsen zitten de poppen ook dicht bij elkaar. Toch gaan ze na het verpoppen hun eigen weg. Maar eerst wordt er nog gepaard. Via een geurstof lokken de vrouwtjes hun paarpartner naar zich toe. De eitjes worden afgezet en de jonge rupsen overwinteren in de kardinaalsmuts.

    En toen begon het wachten op de Kardinaalsmutsstippelmotten zelf. Rupsje nooit genoeg had dit blog beter kunnen heten en die titel slaat uiteraard op mij Een paar keer per dag, zover het toeliet, kijken. En hopen dat ze niet uitvlogen zonder mij. En dan opeens, na een fikse regenbui, zodat je denkt: die blijven nu zeker warm zitten, zag ik er een. Een beetje verscholen onder een blad, vlak boven de poppen. Nooit gedacht dat ik nog eens zo blij zou zijn met een stippelmotje. We hebben samen toch al heel wat fases doorlopen, haha. Ze zijn zo klein dat ze gemakkelijk aan je oog kunnen ontsnappen. Maar zie je er een, dan zie je er meer. Dat worden weer heel wat rupsjes in de kardinaalsmuts.

    Kardinaalsmutsstippelmot, klik om te vergroten

    Kardinaalsmutsstippelmot, klik om te vergroten

     Yponomeuta cagnagella, klik om te vergroten

    Yponomeuta cagnagella, klik om te vergroten


    Blomsterphoto Y. cagnagella  Soli 2016_07

    Yponomeuta cagnagella – Kardinaalsmutsstippelmot – Spindle ermine – Grand hyponomeute du fusain – Pfaffenhütchen-Gespinstmotte – Benvedsspinnmal
     

    Agaatvlinder

    Even dacht ik een verdord blad in de wingerd te zien, een beetje onopvallend aan de kant. De plek was vrij donker, dus heb ik de flitser afgedekt met vloeipapier om niet teveel te storen. De agaatvlinder is een nachtvlinder uit de familie van de nachtuiltjes, maar vliegt ook overdag. De vlinders en de rupsen zijn het hele jaar te vinden. De rups leeft vooral van onder andere zuring, brandnetel, hop, klimop en dovenetel, maar is feitelijk een alleseter die ook van bomen leeft, zoals berk en eik. Als het niet al te koud is, eten ze ‘s nachts actief door. De rups verpopt zich in een cocon in de grond, maar ook in smalle spleten, zoals bijvoorbeeld in een voeg van een muur. De tekening op de vleugels lijkt op de agaat.

    Phlogophora meticulosa - Agaatvlinder - Angle shades - Achateule - Méticuleuse - Tandfly

    Phlogophora meticulosa – Agaatvlinder – Angle shades – Achateule – Méticuleuse – Tandfly


     

    Autographa gamma

    De gamma-uiltjes zijn nu in de meerderheid in tuin en omgeving; overal waar nectar te vinden is. Ze vliegen zowel overdag als ’s nachts.
    Het zijn er ontzettend veel dit jaar. In Nederland kunnen in augustus en september in sommige jaren grote populaties ontstaan. Daar hoort dit jaar zeker bij.
    Het zijn kleine vliegensvlugge fladderaars die met heftig trillende vleugels nectar zuigen en die met gemak uit beeld vliegen. Met geduld en veel geluk heb ik er toch een aantal weten te fotograferen.
    In Nederland en België is de gamma-uil een trekvlinder omdat hij in een natuurlijke koude omgeving niet in staat is om te overwinteren. Maar in zachte winters wordt hij soms waargenomen als volgroeide rups of pop.
    De gamma-uil heeft in het midden van de voorvleugel een geelwitte gamma, waardoor hij goed herkenbaar is. Vanwege de gammavormige tekening, die veel weg heeft van een pistool, heeft de vlinder de bijnaam Pistooltje gekregen.

    Bron (en meer informatie) op: Vlindernet en Wikipedia.
    Klik voor galerij en om te vergroten.