Trekvogels

We zitten goed in de verhuizingen binnen onze familie en mijn gezin. De ene net klaar of de volgende diende zich alweer aan. De laatste was mijn jongste. Nu zitten de ‘oudjes’ met zijn tweeën thuis. Dat is nieuw, spannend en stiller. Maar het bevalt best na al die drukte. We hebben genoeg te doen dus we hoeven niet achter de geraniums te gaan zitten. We staan wel veel voor het raam. Kijken naar al die bedrijvigheid van vogels in de tuin. Nieuw dit jaar zijn de (6) koperwieken die zich tegoed doen aan de bessen in de hulst. Ook zij zullen gaan verhuizen als de bessen op zijn…

☘️

De koperwiek (Turdus iliacus) is een kleine en compacte lijster met roestrode oksels en flanken. Ook heeft de koperwiek een vrij korte staart en een roestrode ondervleugel (aan dit kenmerk heeft de soort haar naam te danken), een opvallend witte wenkbrauwstreep en witte mondstreep. Je kunt deze vogel vanaf het najaar tot in de vroege lente zien. De koperwiek voedt zich in de broedgebieden met ongewervelden zoals regenwormen en slakken. In najaar en winter staan bessen van meidoorn, lijsterbes, vlier, klimop, hulst en braam, maar ook fruit zoals appel en peer op het menu.

☘️

☘️

De koperwiek broedt in Scandinavië, vooral in berkenbos. Hier is de koperwiek een wintergast die aankomt vanaf eind september en weer richting noord trekt eind maart – begin april. Hij is vooral te vinden op besdragende struiken in parken en tuinen. De koperwiek trekt zowel ’s nachts als overdag. Op topnachten in oktober trekken tienduizenden koperwieken over ons land. Vooral in periodes met veel sneeuwval kun je helpen door fruit (appel, peer) op een sneeuwvrije plek op de grond te leggen. Koperwieken zijn relatief schuwe vogels die bij het minste gevaar beschutting opzoeken. Een voederplek dicht bij struiken of een houtkant is dan ook ideaal. Tegen het voorjaar aan foerageren koperwieken meer in het bos.

☘️

☘️

Turdus iliacus – Koperwiek – Redwing – Rotdrossel – Grive mauvis – Vindrossel – Zorzal alirrojo – Tordo sassello – Rödvingetrast – Droździk – Punakylkirastas

☘️

☘️

De muurverf staat klaar want J. en ik zijn nog niet helemaal klaar met verhuizen. Wij trekken van de zolderverdieping naar een verdieping lager. Naar dezelfde kamer waarin ik met het raam wijd open deze foto’s heb gemaakt. Het is overigens het eerste jaar dat ik koperwieken heb gezien!


Bedankt voor je bezoek aan mijn blog en graag tot ziens,
groet, Dianne


Brontekst informatie: Koperwiek|Natuurpunt

_

Gaaien

Behalve de mussen en de mezen hebben nu ook de gaaien het vogelvoer in de tuin ontdekt. Twee gaaien maar liefst. Maar dat is teveel, zo lijkt het, dus wisselen ze elkaar af op het pindasnoer. Schilletjes vliegen rond. Alleen jammer dat het licht ontoereikend is en mijn zoombereik echt te klein.

Garrulus glandarius – Gaai – Eurasian jay – Geai des chênes – Eichelhäher – Sójka zwyczajna – Nötskrika – Närhi – Nøtteskrike – Kegin-derv – Ysgrech y coed

☘️

_

Van het hart

Dit is een kijkfotoblog waar ik veel plezier aan beleef en ik hoop jullie ook. Ik laat een kleine wereld zien waar ik mij over verwonder. Daar zitten ook wel eens veelvraatjes tussen die ik fotografeer en verder met rust laat. Ik zeg niet dat ik helemaal nooit bestrijd in mijn tuin, maar als ik het doe, gaat het altijd op een milieuvriendelijke manier. Alleen als de vogels of lieveheersbeestjes er niet genoeg van eten, verwijder ik het teveel aan bladluizen met de hand, of gebruik water en andere (kruidige) planten. Verder doe ik niets. Zo word mijn kardinaalsmuts elk jaar helemaal ingesponnen en opgegeten door stippelmotrupsen, maar doordat ik volg in wat er gebeurd, weet ik dat die struik ook weer helemaal bijkomt.
De stokroos barst van de kevergaatjes. Blad heeft mineergangen. Sprink-en blad haantjes. Ik kijk!
De tuin is niet alleen van ons, maar van alle diertjes die erin leven en waar ik ook graag meer over wil weten. De tuin is mijn leertuin en we hebben hem te leen, net zoals we de natuur te leen hebben. Daar moeten we goed voor zorgen. Wie hecht er dan niet aan de natuur, zou je denken…

Opvallend is dat ik nu op Blomsterphoto meer en meer benaderd word met reacties over bestrijden. In het begin gaf ik nog geduldig en beleefd een (ecologisch) antwoord na enige research, want echt specifiek weet ik het ook niet altijd. Waar ik overigens geen enkele reactie meer op kreeg en er vervolgens meer bestrijdingsvragen kwamen waarop mensen moordzuchtig met gif gingen antwoorden. Mijn geduld is op! Ik heb grenzen en een fotoblog! De reacties die over chemisch bestrijden gaan, gaan nu onmiddellijk en onverbiddelijk de spambak in. Je hebt aan mij geen goeie. Leef en laat leven en anders zet je maar wat anders in je tuin!

PS Verdiep je in planten, wat op welke plek en grondsoort en zet vooral niet elke soort vijg in een pot op je stenen tegels. Daar komt vast mot van.

Het blad (een blad) van de gele lis is als een harmonica bij elkaar getrokken. De kardinaalsmutsstippelmotrupsen die zich uit de kardinaalsmuts hebben laten zakken, zijn namelijk klaar om te gaan verpoppen. Een aantal rupsjes hebben zich achter het blad verschanst en het veilig opgevouwen . Over een aantal dagen zullen ze uit hun pop komen. Ondertussen hebben ze een kunstwerk gemaakt van het enkele lisblad.

☘️

_

Zeldzame vliegjes

In dit blog komen de vliegen Otitis formosa en de Goudsbloemboorvlieg aan bod. (3 foto’s.)

Otites formosa is een vliegensoort uit de familie van de prachtvliegen (Ulidiidae). Er is nog geen Nederlandse naam. Hoewel hij al een aantal jaren bekend is, is Otites formosa nog steeds zeldzaam in Nederland. Deze vrouwelijke vlieg zat rustig op een blad in schaduw en vloog niet weg toen ik haar voorzichtig naderde. Mooi om deze prachtvlieg tegen te mogen komen.

Otites formosa kan een lichaamslengte bereiken van 5-10 millimeter. De kop is oranjerood en de grote samengestelde ogen zijn roodachtig.
Het rugschild heeft vier zwarte lengtestrepen, terwijl de buik drie grote brede strepen heeft. De vleugels zijn versierd met opvallende, donkere vormen. De volwassen vliegen voeden zich met bloemen, vooral de schermbloemenfamilie, terwijl de larven zich voeden met planten, strooisel of uitwerpselen.
Bron: Wikipedia Engels

☘️

Nog een zeldzaam vliegje, maar dan zeer zeldzaam, omdat ze weinig gezien worden, is de goudsbloemboorvlieg, Tephritis praecox uit de familie van de boorvliegen (Tephritidae). Vleugellengte 1,8 tot 3,2 mm.
Ik vond er maar liefst twee, buiten nog wat andere boorvliegjes. Deze zaten mooi stil :-) want ze zijn moeilijk te fotograferen omdat ze zo klein zijn en graag wegkruipen.
Boorvliegen zijn een familie van insecten uit de orde vliegen en muggen. Ze worden ook fruitvliegen genoemd, maar de bekende soorten fruitvliegen uit het geslacht Drosophila behoren tot een andere familie. Boorvliegen onderscheiden zich van deze soorten door de mooie tekeningen van vlekken, banden of zigzagstrepen op de vleugels.
Brontekst: Wikipedia

Goudsbloemboorvlieg – Tephritis praecox

☘️

Met dank voor het kijken en tot de volgende keer,
Groet, Dianne

_