Harig

☘️

Look what the cat brought in… In dit geval was het niet de kat, maar de hond die een tak naar de tuin had gesleept. Kleindochter L. ontdekte de rups die van het gesleep geen last heeft gehad, hopen we. Hij zat mooi op de top. De naam is wel heel toepasselijk: plakker.

Klik op de foto voor een scherpere weergave.

2019 – Plakker – Rups – Lymantria dispar – Lymantriinae – spinneruilen (EREBIDAE) – Soli 2019 – Macro

☘️

☘️

De rupsen kunnen tot 7 cm lang worden en zijn zeer variabel van kleur. Meestal hebben ze een grijze grondkleur en een geelachtige lijntekening. Op de eerste vijf segmenten zitten meestal twee blauwe en op de achterste zes twee rode rugwratten. De kop is licht geelbruin met op de voorzijde twee zwarte strepen. Ze verpoppen in een los spinsel in bastspleten van een boom of onder een steen. De rupsen leven van een groot aantal soorten loofbomen en struiken, zoals zomereik, ratelpopulier, boswilg, winterlinde, eenstijlige meidoorn, wilde appel en lijsterbes. Ook komt de rups in boomgaarden voor.
Brontekst (link): Wikipedia

_

Een wereld onder blad

(4 foto’s)
Er is nog een wereld te vinden in de tuin onder het herfstblad dat de wind aan de randen verzameld heeft. Niet alleen de wintermuggen, maar ook andere insecten, zoals onder andere kevers, larven van de sluipwespen of rupsen van dag-en nachtvlinders gebruiken het blad om te overwinteren. Misschien worden ze voedsel voor de scharrelende vogels, misschien kruipen ze dieper weg in een schuilplaats. Er zijn steeds minder insecten en alle kleine beetjes helpen: de tuin hoeft niet keurig ‘winterklaar’ te zijn. Je ziet dan ook zoveel meer.
Ik laat het blad zoveel mogelijk met rust en straks zal het prachtige bladaarde zijn om de aarde in de tuin te verrijken zónder toevoegingen van het tuincentrum. (Klik voor een grotere en scherpere weergave.)

Lumix en Raynox: Rups Nachtvlinder

☘️

☘️

Het valt goed op, het appelgroen van deze bladwesplarve op het herfstblad. De larve lijkt op een rups, maar heeft onder andere meer onafgebroken buikpoten, de kop is donkerder gekleurd en rond. Bladwesplarven hebben ook een wat geribbeld lijf, de afzonderlijke segmenten zijn soms bijna niet zichtbaar en het uiteinde van het achterlijf is vaak naar beneden gekromd. (Bron: De Vlinderstichting.)

☘️

Van blad op mijn hand kroop deze kleine wegdistelspitsmuis. Hij heeft onder de verschillende distels ook de wegdistel als waardplant, vandaar de naam. Deze foto is van eind oktober, maar ook dit parmantige kevertje, uit de familie Apionidae, zat onder het blad verstopt.

Wegdistelspitsmuis – Ceratapion onopordi

☘️

_

Uitvliegen en geduld hebben

Of: Blij met een stippelmot. De kardinaalsmutsstippelmot. (7 foto’s in verschillende stadia met informatie. )
Blomsterphoto Yponomeuta cagnagella Soli 07_2016
 

Klik voor een grotere afbeelding

Klik voor een grotere afbeelding

De laatste kardinaalsmutsrupsen van de kardinaalsmutsstippelmot, Yponomeuta cagnagellus, zijn in juni hun sappige huis ontgroeid en ‘uitgevlogen’.
Ze hebben zich vanaf het voorjaar, van mei tot juni, flink tegoed gedaan aan het blad van de kardinaalsmuts en leefden in nesten van gesponnen draden die een hele struik kunnen bedekken. Spookachtige kunst, zo’n ingepakte struik. Maar het viel me dit jaar heel erg mee. Genoeg struik over. En geen nood, de struik groeit wel weer bij, is ook mijn ervaring. Het spinselweb biedt een natuurlijke bescherming tegen vijanden, zoals vogels. Dat lukt nooit helemaal, maar ‘mijn’ rupsen zaten op een diepe, veilige plek. Toen was het tijd om te vertrekken. En het was boeiend om te zien hoe ze dat deden…

 De afdaling van de kardinaalsmutsrupsen

De afdaling van de kardinaalsmutsrupsen

Zijdepoppen kardinaalsmutsrups

Zijdepoppen kardinaalsmutsrups

Vanuit hun ingesponnen blad, waar ze met groepjes in leefden, sponnen ze een lange dikke draad naar de grond en daalden af.
Af en toe waaide zo’n draad in mijn haren omdat ze er, met hun grote aantal, wel een paar dagen over deden om uit te trekken en ik dat heel even vergat als ik juist in dat deel van de tuin moest zijn. Maar de rupsen hielden zich stevig vast. Eenmaal beneden, sponnen ze zich laag bij de grond in een cocon, waar de verpopping zou plaatsvinden. Ik zag dat, toen ze op de grond beland waren, dat ze zich onderaan de stengel van de perzikklokjes insponnen.             Van pop naar vlinder duurt zo’n 10 à 20 dagen. In die periode neemt de pop geen voedsel tot zich. Alles lijkt in rust, maar binnenin worden de larvale organen afgebroken en weer opgebouwd tot de organen die de mot straks nodig heeft.
 

Het spinsel van de poppen is nogal taai om wat bescherming tegen natuurlijke vijanden te hebben. Net zoals de rupsen zitten de poppen ook dicht bij elkaar. Toch gaan ze na het verpoppen hun eigen weg. Maar eerst wordt er nog gepaard. Via een geurstof lokken de vrouwtjes hun paarpartner naar zich toe. De eitjes worden afgezet en de jonge rupsen overwinteren in de kardinaalsmuts.

En toen begon het wachten op de Kardinaalsmutsstippelmotten zelf. Rupsje nooit genoeg had dit blog beter kunnen heten en die titel slaat uiteraard op mij Een paar keer per dag, zover het toeliet, kijken. En hopen dat ze niet uitvlogen zonder mij. En dan opeens, na een fikse regenbui, zodat je denkt: die blijven nu zeker warm zitten, zag ik er een. Een beetje verscholen onder een blad, vlak boven de poppen. Nooit gedacht dat ik nog eens zo blij zou zijn met een stippelmotje. We hebben samen toch al heel wat fases doorlopen, haha. Ze zijn zo klein dat ze gemakkelijk aan je oog kunnen ontsnappen. Maar zie je er een, dan zie je er meer. Dat worden weer heel wat rupsjes in de kardinaalsmuts.

Kardinaalsmutsstippelmot, klik om te vergroten

Kardinaalsmutsstippelmot, klik om te vergroten

 Yponomeuta cagnagella, klik om te vergroten

Yponomeuta cagnagella, klik om te vergroten


Blomsterphoto Y. cagnagella  Soli 2016_07

Yponomeuta cagnagella – Kardinaalsmutsstippelmot – Spindle ermine – Grand hyponomeute du fusain – Pfaffenhütchen-Gespinstmotte – Benvedsspinnmal